Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
                                                                  
Tussendoelen Tussendoel 7 Functioneel schrijven en lezen:

 

             TUSSENDOELEN BEGINNENDE GELETTERDHEID

VOOR DE EERSTE EN TWEEDE KLAS

 

 

Tussendoel 7 'functioneel 'schrijven' en 'lezen'

 

7.1  Kinderen schrijven functionele teksten, zoals lijstjes, briefjes, opschriften en verhaaltjes.

 

7.2  Kinderen lezen zelfstandig prentenboeken en andermans teksten.

Bij welke activiteiten werken we aan dit tussendoel?

 

Mogen lezen, mogen schrijven

Het is voor kinderen belangrijk dat ze gezien worden in wat ze kunnen. Zou het nog altijd voorkomen dat kinderen vaardigheden verbergen 'omdat juffie dat liever niet heeft'? Soms kunnen kleuters al lezen. Daar zijn ze trots op en dat willen ze graag laten horen. De juf kan besluiten dat zo'n kind andere kinderen die dat leuk vinden mag voorlezen. Sommige kinderen vinden het leuk om de namenlijst voor te lezen en zo even juf te mogen spelen. Sommige kinderen schrijven brieven aan hun juf. Soms maken kinderen samen met juf een uitnodiging voor de ouders. Ook voor dit tussendoel is het weer van groot belang om boeken en schrijfmaterialen ter beschikking van de kinderen hebben.

 

Een voorbeeld uit een klas

Het is herfst. Bas, een jongen die nieuw is op school, is op verzoek van de ouders in de kleuterklas geplaatst. Hij was zo weinig weerbaar in de groep op de vorige school. Op een dag stelt hij zijn juf voor om het einde van het herfstspelletje te veranderen. 'Hoezo?, vraagt zijn juf. 'Ik weet een beter einde', antwoordt hij. Juf geeft hem een papier en kleurpotloden. 'Roep me maar als je er niet uitkomt', spreekt ze met hem af. Als het opruimtijd is, zit Bas nog te werken. Hij heeft een nieuw einde geschreven. Alle dieren komen nog even voorbij. Hoewel hij volgens de rapporten van de andere school nog nergens heeft leren schrijven, heeft hij toch al met spontane spelling, het verloop van het verhaal duidelijk leesbaar opgeschreven. 'Hoe kan je dit?', vraagt juf hem, nadat ze de twee volle bladzijdes met tekst heeft gelezen. 'Och, gewoon, ik weet niet, dat weet ik gewoon al', verzucht Bas tevreden. De klas heeft het de resterende tijd tot de herfstvakantie het spelletje gespeeld met het einde van Bas. Bas was voor iedereen zichtbaar geworden. Later in het jaar heeft hij in overleg met de ouders toch de overstap naar de eerste klas gemaakt.

 

 

Gezelschapsspelletjes voor de klas maken

Er zijn verschillende soorten gezelschapsspelletjes die kinderen zelf voor en met elkaar kunnen maken - memory, kwartet, bordspel. Dat kan met plaatjes, maar het kan ook met letters of met korte woorden. Dat kan met hokjes, maar het kan ook met hokjes waarin cijfers staan. Op de meeste scholen zullen deze activiteiten wanneer ze klassikaal worden aangeboden vanaf de eerste klas hun plaats krijgen.

De volgende drie tussendoelen zijn niet van toepassing in de kleuterklassen. Ze om­schrijven globaal wat de volgende stappen zijn die kinderen nemen in het leesproces. Omdat er inmiddels ook door de oorspronkelijke bedenkers van de tussendoelen beginnende geletterdheid wordt doorgewerkt aan een meer specifieke onderscheiding van de tussendoelen die kinderen bereiken, volstaan we hier met het noemen en gaan we er niet dieper op in. Bij de voorbeelden en ideeën in het volgende hoofdstuk zullen we wel terugverwijzen naar de tussendoelen waaraan wordt gewerkt.